Tien weken min twee dagen zijn we hier in Sekem en laat ons zeggen negen weken aan het werk tegen zes dagen per week, komt uit op vierenvijftig dagen actieve bijdrage aan het Sekemproject.
Aangezien we volgende zondag voor 2 weken naar huis op reis gaan, is een eerste terugkijk op deze Sekemperiode leuk om te doen.
Waar hebben we aan meegewerkt? Wat hebben we geleerd? Waar willen we verder aan werken? Welke vragen hebben we? Hoe voelen we ons?
Misschien begin ik met de laatste vraag want deze is de basis om verder in 2017 iets te kunnen neerzetten.
Ben ik gelukkig? Ja, ik ben gelukkig.
Geluk bestaat voor mij uit verschillende lagen. Ik ben gelukkig om de zon die heerlijk door het venster schijnt, om de zonnebloemen die in uitbundig geel onze tafel sieren. Ik ben gelukkig om Mauts, de kat van onze buren die ondertussen van voordeur wisselde en zich 's morgens prompt op mijn schoot nestelt wanneer ik de dag indaal bij een kop Nescafé gemengd met Barley (koffievervanger geproduceerd in Sekem).
Ik ben gelukkig met Whatsapp, Messenger, Facebook en Skype omdat zij de tools zijn die ik hier gebruik om het belangrijkste op aarde te uiten; woorden geven aan dankbaarheid, zorg, liefde die ik voel voor onze kinderen, mijn soulmates, lifemates, heartmates, hugmates die in België en elders op deze aardbol wonen.
Ik ben gelukkig omdat ik dagelijks omringd wordt door Janlief, door schatten van collega's, engelen van kinderen, doordrongen Sekembelievers die hier permanent wonen of voor een tijdje en die me alweer tonen dat liefde universeel is, egoloos, puur, vrij van enige religie of overtuiging, vrij van status en materie ...
En ja, ik heb momenten van oneindig verdriet, in het bijzonder wanneer onrecht mijn hart aanvreet. Beelden en verhalen van schrijnende armoede, uitbuiting, vrouwelijke mutilatie, ... Een email van mijn zus die me er aan herinnert dat er een koude oorlog is tussen ons die ze voorlopig niet wenst op te geven. De beklijvende film 'Divines' die de rauwheid van onze westerse kapitalistische samenleving zo treffend in beeld brengt. Ik heb gehuild, minutenlang. Pijn omdat je voelt dat je al die dingen niet wilt, dat je in zo'n wereld niet wenst te leven. Dat leven zo gemakkelijk en bijzonder gelukkig kan zijn wanneer je enkel vanuit liefde communiceert, handelt, ... Onze eerste awareness zou liefde moeten zijn. Schrijf ik dit, zeg ik dit, doe ik dit vanuit liefde? En als het antwoord neen is, dan zit je sowieso verkeerd. Wacht dan op liefdevollere tijden en ga pas contact aan wanneer je bewust liefde voelt.
Wanneer onrecht me overvalt en verlamt dan herinner ik me de woorden van Samer, onze Palestijns-Jordaanse gids tijdens mijn reis naar Jordanië jaren geleden; Ann, Allah zorgt voor iedereen. En dan kom ik terug in contact met een oervertrouwen dat er een hand is die ons leidt, die mij leidt doorheen deze tijden van transformatie, van crisis, van woestijn, ... En dat ik mijn ding te doen heb omdat het wezenlijk bijdraagt.
Daarnet was ik beneden, opende onze poort voor Mauts en ging even kijken naar onze voortuin. We legden die aan in de eerste weken dat we hier aankwamen; de dorre grond rond een palmboom werd wat uitgeschept en terug gevuld met compost die ze hier met tonnen maken. We zaaiden aanvankelijk stokrozen die ik ooit van mijn zus gekregen had, zaden die ze meebracht van soorten die bloeien langs de Compostella-route slingerend tussen Toulouse en de Pyreneeën. Er kwam ook Calendula bij en een reuzesoort Tagetes. En toen de munt, die ooit in een decoratieboeket ter ere van de tachtigjarige Mister Marino prijkte en die we na afloop van het feest mee naar huis toe kregen, weelderig wortel schoot, heb ik ook die uitgeplant in ons 'voorland' (bij deze een flinke knipoog naar onze verzekeraar).
Zeven weken verder staat de eerste Calendulaknop op barsten, prijken beginnende stokroosplantjes boven de donkere aarde en staat de enige overlevende Tagetes zo'n 20 cm hoog. Ook de munt krijgt piepkleine scheutjes. Maar wonder boven wonder schiet er ook kamille. En basilicum.
Het geheim hield zich schuil in onze compost. Eigenlijk een hoop afval van takken, bladeren, keukenresten en koeienstront die in hopen liggen te warmen, te transformeren, gedraaid en gekeerd worden tot ze maanden later tot donkere mulle materie vergaan zijn. Die afval bewaarde verloren gewaaide zaden die rustig wachtten op het moment dat de tijd hen zou brengen naar vruchtbare grond.
Met volgende gedachte wil ik mijn filosofische terugblik afronden. Later volgen feiten en gegevens.
We hebben gezaaid. Meerdere zaadjes zijn al zichtbaar aan het groeien. Maar nog veel meer ligt verscholen. Geduld en vertrouwen dat wens ik mezelf en ook jullie van harte toe.