We blikken terug op een bijzondere week. Eentje die me deed denken aan de week in maart 2016 toen Jan en ik Sekem bezochten met de Nederlandse Sekemvriendenkring. Maar nu stonden we aan de andere kant van het verhaal.
Alles draaide rond het Wij-feest van vorige donderdag en de voorbereidingen er van. Vorige zaterdag vroeg in de ochtend was het al merkbaar; de tuinmannen snoeiden de hagen en struiken, veegden blaadjes en takken bijeen en sproeiden de aardewegen nat zodat het stof minder opwaait.
De buitenlandse gasten sijpelden het hotel binnen. Valiezen rolden over de opgeboende vloer, Mahmud, onze voedselleverancier, haalde zijn beste Engels boven om iedereen welkom te heten. Begin deze week waren er rondleidingen op de farm en de school. En zoals het ook in België zou zijn, wanneer je bezoek krijgt dan zet je je beste beentje voor. Overal werden klaslokalen opgeruimd, werd de vloer geveegd of gepoetst. Dus ook in de nursery want twee groepen zouden langskomen. Het is altijd een beetje een dubbel gevoel als je aan de andere kant staat; je voelt je wat aap-in-de-zoo. Maar er is vooral dankbaarheid om de interesse en de contacten en mogelijkheden die zo’n bezoeken opleveren. Alles verliep perfect. Alsof zelfs onze kindjes voelden dat ze net dan als engeltjes moesten slapen of rustig spelen in de zandbak. Of misschien lag het aan de begeleiders die ook net dan een spelletje speelden, liedjes zongen, … Mannekes heb ik gelachen… Die gasten mogen dagelijks langs komen :-).
Ik leerde Birgita uit Duitsland kennen. Een Duitse Waldorfpedagoge die een aantal jaar in Delft gewoond had waardoor ze heel goed Nederlands spreekt. Hoe heerlijk was het om mijn eigen taal te kunnen spreken. We spraken donderdagvoormiddag af en deelden onze ervaringen in het werken met de allerkleinsten. Zalig. Natuurlijk is er nog heel wat werk aan de winkel om de nursery vorm en gronding te geven. En ik kan me voorstellen dat je als buitenstaander verstelt staat van het plastiek speelgoed, de rubberen felgekleurde matten, … Het is nu roeien met de riemen die we hebben. En dank zij deze contacten kunnen ook onze ‘noden’ kenbaar gemaakt worden en kan er vanuit Europa hulp geboden worden. Zo vertrekt er begin december een container vanuit Duitsland met één of andere machine naar hier. Er is nog lege ruimte die met dozen gevuld kan worden. Ik maakte een wenslijstje en terug thuis zal Birgit een oproep lanceren binnen haar kringen. Die oproep gaan Jan en ik ook lanceren. Een container wordt het wellicht niet maar onze valiezen en die van onze kinderen die later op bezoek komen, hebben nog heel wat vrije ruimte!
Op maandag werden de gasten verwend met een Arabische band; accordeon, fluit, viool, lier, luit, percussie en contrabas. De muzikanten waren echte virtuozen. Zonder partituur speelden ze het ene stuk na het andere. Ze spreken in het begin een paar noten, tonen en ritmes af en laten zich dan inspireren door de klanken en de energie die tijdens het musiceren gecreëerd worden. Met een hoofdknikje, een handgebaar wordt duidelijk gemaakt wie de melodie overneemt, even solo gaat. En af en toe wordt er eens naar iemand die te verheven in zijn creatie zit, geroepen om het muziekstuk af te ronden of een nieuwe impuls te geven. Bijzonder. Nooit is een concert gelijk. Dit is een mooi voorbeeld van één van de culturele verschillen. Er wordt nog veel meer gehandeld vanuit gevoel, niet vanuit het denken. Autorijden lijkt voor ons Westerlingen chaotisch; meerdere rijstroken naast elkaar en voorbij steken zowel rechts als links. Maar toch is er stroom en bereikt men zijn doel. Zo was het ook met het concert; geen vooraf bepaalde noten op een partituur maar puur gevoel en creatie in het moment. En dit verdiende een luid applaus. Alleen kwam er geen bisnummer want die hadden ze al allemaal gespeeld.
Jan werkte zich vorige week verder in in de loodgieterij. Iedere avond kwam hij thuis met verhalen van lekkende kranen, verstopte afvoeren, doorlopende wc’s… Zijn collega is Mister Ibrahim en in alle drie de opleidingsjaren zitten samen 24 leerlingen. Hij kent ze bijna allemaal bij naam. Het moeilijkst is om alle Mahmuds, Ahmeds en Mohammeds uit elkaar te houden want 7 op de 10 dragen deze naam. Sinds een week eet hij vooral veel meer; dagelijks wordt hij getrakteerd op broodjes, bonen in een bruine saus, typische Egyptische zwarte thee, … Dit drankje wordt gedronken met op zijn minst 3 flinke scheppen suiker. Wanneer je dus geen suiker wenst, dan lijkt het voor de Egyptenaar dat je puur vergif drinkt.
Het Wij-feest op donderdagnamiddag startte met een grote kring. Twee keer per jaar staan dan ook alle kinderen van de kleuter-, en lagere school en de volledige middelbare school mee in de kring. Iedere afdeling heeft zijn felgekleurde vlag bij en boven op het dak van het bedrijf Isis staan een viertal trompettisten die plechtig het ritueel openen. Zoals op andere donderdagen wordt iemand van elk bedrijf of schoolafdeling gevraagd wat hij/zij deed de voorbije week en wat hij/zij plant voor de volgende week. Daarna volgt de spreuk voorgedragen door één bedrijf en worden de slotzinnen samen uitgesproken. Het spannendste voor de organisatoren is om zo’n 1600 kinderen en mensen in een vlotte stroom naar het amfitheater te laten stappen. Vooral de allerkleinsten zijn het kwetsbaarst in zo’n massa. Gelukkig zijn alle plaatsen op voorhand aangewezen en hadden alle leerlingen al ter voorbereiding geoefend waar ze zouden zitten waardoor iedereen goed wist welke richting uit te gaan bij het binnenkomen van het amfitheater. Jan zat helemaal vooraan tussen ‘zijn’ leerlingen, ik zat naast mijn team wat hogerop.
Tijdens het Wij-feest komen vooral de verschillende bedrijven aan bod en tussenin is een stukje muziek, theater of euritmie verzorgd door leerlingen van de Sekemschool en studenten van de Heliopolis-universiteit. Er is meestal ook een special-guest. Deze keer was het een bekende tv-acteur die samen met zijn toneelgezelschap een stuk bracht. Veel hebben we van alle presentaties en uiteenzettingen niet begrepen, maar op zo’n momenten zie je wel de Sekem-community; klein en groot, jong en oud, van tuinman tot CEO. Ook dr. Ibrahim Abouleish en zijn vrouw Gudrun waren ere-genodigden naast de vele buitenlandse gasten en hooggeplaatste binnenlandse gasten. Het raakt me telkens te zien hoeveel liefde iedereen heeft voor ‘hun’ dr. Ibrahim en hoe dr. Ibrahim op zijn bijna 80-jarige leeftijd de touwtjes nog graag in handen heeft en ongegeneerd tussenkomt wanneer een spreker te lang het woord neemt of een vertaling voor de buitenlandse gasten noodzakelijk is.
Op onze vrije vrijdag hebben Jan en ik getuinierd. Voor de ingangspoort van ons huis staan twee mooie grootbladige palmbomen. Rond de ene groeit weelderig een vetplant die binnenkort gaat bloeien. Rond de andere stond een verwaarloosde bougainvillea. Ik heb die flink ingesnoeid terwijl Jan zanderige grond wat wiedde en tot kleine tuintjes afbakende. Daarna was het compost halen samen met tuinman Noah en tuinvrouw Leila (kleinkinderen van de familie Abouleish) en in de perkjes strooien. Van Sarah A. kregen we scheuten van reuzenstinkers en waterkers en ook zaaiden we uit Frankrijk meegebrachte stokrozen. Om jullie toch een beetje jaloers te maken; het was zalig buiten werken bij, voor ons Europeanen, zomerse temperaturen tussen de 25° à 28°. Iedere dag zon; dat is een bijzonder cadeau…
Ondertussen startte een nieuwe week. Buiten in de tuin van het hotel is momenteel een afscheidsbarbecue voor de gasten uit Duitsland die morgenvroeg vertrekken. Alles in Sekem gaat straks weer zijn gewone gangetje. Alhoewel… Iedere dag is hier een avontuur. Al was het maar dat misschien morgen mijn fiets hersteld zou kunnen zijn en ik de fiets, die Sarah A. voor mij beleefd aansloeg van een Isismedewerker, terug kan geven… Ishallah!