Geland en aan het landen
- Ann
- 10 okt 2016
- 4 minuten om te lezen

We zijn er. Zondagavond kwamen we op Sekem aan rond 22u. De voorbije twee weken waren nog best druk geweest; de laatste week van september maakten we ons huis in Beernem leeg. Onze overgebleven huisraad ging in bananendozen en vult de mezzanine van onze studio in Tielt. De meubels werden in plasticfolie gewrapt en netjes gestapeld op paletten in de garage van Ekoala Sint-Michiel. In de week voor ons vertrek moest nog heel wat administratie worden gedaan; domiciliëringen regelen, telefoonabonnementen wijzigen, verzekeringen stopzetten, ... Op woensdag maakten we onze eerste valiezen klaar; kledij en persoonlijke spulletjes. Jan stond zeker 30 keer op de weegschaal; bladzijden vol rekensommetjes werden gemaakt om tot het toegelaten gewicht te komen. Waar ik aanvankelijk nog ruim zat, bleek na het toevoegen van laarzen, truien en een dikke broek mijn valies in overgewicht te gaan, dus die dingen er weer uit en hopen op de warmte van de zon. Donderdag was klusjesdag bij mijn zoon Jannes en schoonvriendin Kelly. Sinds kort wonen ze in hun eigen huisje en aangezien ik me de voorbije jaren specialiseerde in schilderwerken, nam ik dit deeltje op mij. De gang wachtte nog op een eindlaag en ook de lichtstraat in de uitbouw moest nog worden gepoetst door de professionele handen van onze vriendin Nadine. Dit zijn de momenten waarop je als ouder zoveel verbinding voelt met je kinderen (de schone incluis); vertrouwen krijgen van hen om ze te helpen. Ik ben daar zo dankbaar om.
We regelden ook nog bezoekjes voor vertrek. Geen afscheid, wel een tot binnenkort. Want afscheid bracht me bij een angst die zich stilletjes aan in mij nestelde; vliegangst. Steeds heb ik het weer zitten een paar dagen voor een vlucht; gedachten die super creatief de meest bangelijke scenario's in beeld brengen. Het is dan terugvallen op overgave aan het lot, op bedenken dat ze 'hierboven' mij toch niet net voor zo'n bijzonder avontuur gaan wegplukken van deze aardbol. Bellen naar een vriendin die nog als airhostess werkte, hielp ook. En ja, het zit allemaal tussen de oren. Maar toch bedankt Domie :-).
Op zaterdagavond spraken we nog af met een deel van de kids in Tielts gezelligste eetcafé de Carlito waar de huisgemaakte spaghetti een aanrader is. Toen het moment van 'tot ziens' gekomen was, werd dit door een toevallige voorbijganger die ik nog van vroeger kende, compleet 'verlicht'. H. was een beetje aangeschoten en op weg naar de nachtwinkel met versgebakken croissants en chocoladekoeken om de verkoper door zijn nachtshift heen te helpen. Waar we gegeten hadden? En wat we gegeten hadden? En kende ze de zoon van Jan niet? De spanning van het moment werd weggelachen en iedereen stapte opgewekt de auto in op weg naar zijn eigen bestemming.
Zondag was het dan zover; alleen ons toiletgerief moest nog in de valies en ja, nog foto's printen, en nog vlug een paar betalingen doen, en samen koffie drinken met Nadine, de pleegmama van Wicleaboy, onze border collie. Om exact 11u stonden Jannes en Kelly aan de deur om ons naar Zaventem te brengen. Het grote avontuur ging echt van start. Het eerste traantje kwam toen Kelly een sleutelhanger cadeau gaf met mijn zoons 10-jarig koppie er in en aan de andere kant hun beidjes. Tranen van Nadine, een knuffel aan de hond, de auto in. De weg was vlot en ook de luchthaven binnengaan verliep zonder problemen. Soldaten met mitraillieurs, geleide doorgangen afgebakend door omheiningen gaven me even het 'Israël-gevoel'. Maar éénmaal de luchthaven binnen snoven we de geur van verre landen en zoveel verschillende culturen verenigd in die ene ruimte.
Een laatste knuffel, een 'we gaan jullie missen', traantjes, 'ik zie jullie graag', nog even achterom kijken, een hartje maken in de lucht, zwaaien... Als twee kinderen die op schoolreis vertrokken, liepen we de eerste veiligheidscontrole door.
De vlucht verliep vlot. Zelfs onze op voorhand bestelde vegetarische maaltijden werden aan onze seats afgeleverd. 19u52, Caïro here we are. Een warme wind waaide ons verwelkomend tegemoet. En wat later een bordje met Sekem er op. Ahmed wachtte ons op en bracht ons via een nieuw aangelegde weg tot bij de farm. De motor viel stil voor 'ons' huis, nog een bon voor veilige aflevering aftekenen en weg was hij. Even stonden we er wat uitgeschud bij. We wisten dat we de tweede verdieping van een huis zouden krijgen, boven brandde er licht. We vonden als eerste de slaapkamer en na wat geklop op deuren waar er licht brandde, ontdekten we de badkamer en leefruimte. Was er ergens nog iemand? Gelukkig daagde na een kwartiertje Angela op. We werden hartelijk verwelkomd en rondgeleid in het huis. Ze regelde onmiddellijk een poetsbeurt voor de gemeenschappelijke keuken en eetruimte, en vertelde dat Sarah Abouleish, mijn Sekem-meter, met hoge koorts in bed lag. We spraken af om de volgende ochtend tegen 7u15 samen te ontbijten in Villa Rita, waar de meeste Europese vaste Sekem-medewerkers wonen. We aten ons laatste stukje thuis gebakken quiche op, stuurden nog een paar smsjes met 'goed aangekomen', zochten ons toilet- en slaapgerief tussen boeken, katoenen luiers, Wipe&Cleanbibs, ... en kropen moe maar geland gelukkig ons Kingsize bed in. De Sekemgedachte dat je meer bereikt, wanneer je samenwerkt, toonde zich ook in onze bijéén geschoven éénpersoonsbedden.